[HOME] Onze wijk Wijkraad "Craneveer" sWoa Activiteiten Actie

Uit de bus geklapt

Tal van aardige reacties kreeg ik op mijn verhaal van moeder Marie in een vorige Craneveer. Dit heeft mij aanleiding gegeven tot een vervolgverhaal.

Tot Marie de winkel ging drijven heeft zij jaren mijn vader geassisteerd op de markt, op maandag in Ede, op woensdag in Wageningen, donderdags in Eist, vrijdags en zaterdags in Arnhem,

Mijn vader stond daar met emaille, plastic en zinken artikelen, zoals pannen, emmers, teilen, e.d. Marie stond achter de kraam met aardewerk, platte en diepe borden, kop en schotels, suikerpotten melkkannetjes, enz.

Die marktmensen doen daar in de herfst en 's winters verschrikkelijk veel kou op. Zo ook Marie. Het nare gevolg was, dat zij reumatische aandoeningen kreeg en daarmee in het gemeente ziekenhuis belandde. Het fraaie Rijnstate was er toen nog niet.

Naast Marie kwam een Turkse mevrouw te liggen, mevrouw Günes. Deze leed aan dezelfde kwaal als Marie, ook reuma. Beiden werden bevriend, liepen als zogenaamde lopende patiënten dik gearmd door het plantsoen, dat het ziekenhuis destijds rijk was. En zo wisselden zij de wetenswaardigheden van beider fammilies uit. Hoe? Dat is mij altijd een raadsel gebleven. Mevrouw Günes sprak alleen maar Turks en Marie Nederlands met een Arnhems accent. Als we bij Marie op bezoek waren, wist zij al het hebben en houden van mevrouw Günes te vertellen.

Op een morgen kwam de dienstdoend chirurg vergezeld van een aantal a.i.o.'s (assistenten in opleiding) langs de bedden van het tweetal dames. De chirurg wendde zich tot mevrouw Günes en vroeg, hoe 't met haar ging en of zij kinderen had. Deze verstond uiteraard geen woord van hetgeen de dokter vroeg, want zij sprak geen woord Nederlands.

Marie echter antwoordde voor haar buurvrouw. "Mevrouw Günes heeft vooral veel pijn aan haar beide bovenbenen," zei Marie. "Kinderen en kleinkinderen heeft zij meer dan voldoende. Zij heeft drie zoons, vijf dochters en twaalf kleinkinderen, dokter," zei Marie. "Zo," zei de chirurg, "spreekt u Turks, mevrouw Wammes?" vroeg hij. "Hoe komt u daar zo bij,." antwoordde Marie op een beetje verongelijkte toon. "Ik zal mij voortaan we1 tot u wenden, als ik iets van mevrouw Gunes wil weten, mevrouw Wammes," zei de chirurg, "want ik geloof, dat mevrouw Günes veel meer moeite heeft met haar Nederlands dan u met het Turks." "Ja, doet u dat maar, dokter," antwoordde Marie droog. En het gezelschap volgde schuddebuikend van het lachen hun weg.

De buschauffeur