Parels voor de zwijnen

 Deze keer sta ik mijn plaats op deze website af aan mijn goede vriend Frans. Hij zoekt naarstig naar een kanaal om zijn inspiratie te kanaliseren. Het spijt mij oprecht dat dit uithoekje alles is wat ik hem kan bieden. Des te nadrukkelijker roep ik de lezer daarom op: lees, denk en huiver mee! 

Sneer

 

Vraag of antwoord?
Frans Silvester

In den beginne was er de onrust – woest en ledig – maar de onrust sloeg
om zich heen; sloeg om in rusteloosheid, verwachting, hoop, gelatenheid
.

Toen ik nog jong was, oefende ik veel geduld. Veel dingen begreep ik niet en ik dacht erg lang dat dit slechts een kwestie van tijd was. Alle volwassenen moesten immers wel beter weten dan ik. Dus als ik maar eenmaal groot zou zijn, zou ook ik tot die benijdenswaardige gesteldheid kunnen doordringen. De teleurstelling was groot toen ik bemerkte dat zich in mijn omgeving niet één volwassene ophield met antwoorden. Sterker nog: ze hadden niet eens vragen! Alles vonden ze gewoon en vanzelfsprekend. Geen mens die een ogenblik stilstond bij de overweldigende waanzin van wereld en leven. Geen mens die begreep waar ik naar zocht.

Twintig jaar duurde het voor ik zelf ongeveer wist wat ik zocht. En het kostte nog eens een decennium voor ik wist waar het precies was te vinden. Uiteraard gingen daar veel dwaalwegen aan vooraf, dwaalwegen tussen mystiekerig gezweef en pseudo-wetenschap. Wat mij heeft gered was dat ik niet in de eerste plaats op zoek was naar antwoorden, ik zocht in de eerste plaats naar bevestiging, naar geestverwanten met wie ik samen de grote vragen kon beleven. Uiteindelijk vond ik mijn bestemming: de filosofie.

In de filosofie wordt ook naar antwoorden gezocht, maar toch is dat niet de centrale activiteit. Veel belangrijker is dat de filosofie bij machte is hoofd en hart te bevrijden van de verstikkende nevel van de vanzelfsprekendheid. Dán pas ben je in staat de eigenlijk vragen daadwerkelijk tot je te laten doordringen. Pas dan leer je dat het rationele denken van de natuurwetenschap op dit vlak niets te melden heeft. Hooguit weet het de radicale vreemdheid van het al nog eens te versterken. De astronomie presenteert de ene verbazingwekkende vondst na de andere: langgerekte gaswolken die zich over miljarden kilometers uitstrekken en die sterrenstelsels baren. En vanzelfsprekend de zwarte gaten waar hele sterrenstelsels in verdwijnen – imploderen. Van andere wetenschappen leren we dat materie energie is, dat licht zowel deeltje is als golf. En via de reusachtige overschatting die de gentechnologen eigen is, horen we dat het mysterie van het leven binnenkort tot het verleden zal behoren! Het antwoord dat ze paraat houden gaat zwanger van termen als ‘chromosoom’, ‘base’ en ‘desoxyribonucleïnezuur’. Alsof daarmee ook maar het kleinste greintje verklaard zou zijn.

Goede filosofie zet daar een vraag als deze tegenover: “Waarom is er eigenlijk iets en niet veeleer niets?”

 

© Crossroads 2001 – RSFK