Alteveer ‘t Cranevelt zwaar in de stront.

Ik slenter weer regelmatig met mijn hoofd in de wolken door de wijk en mijn blik reikt ver voorbij de horizon. Waarom?

Helemaal uitgewaaid door de jaarlijks terugkerende 3 weekse onderbreking van professionele dagelijkse  beslommeringen, is mijn hoofd weer ‘open’.
Er is ruimte voor bevredigende diepzinnige overpeinzingen en goede voornemens.  

Zo ook gisteren.

“ ……. de uitstekende wijkraad, de inspanningen en verbeteringen van recreatieve vereniging Craneveer (hun plaatselijk sufferdje ziet er werkelijk steeds beter uit. Nu de inhoud nog, maar daar wordt hard aan gewerkt), de schitterende wijkwebsite welke nooit af is, de daadkrachtige werkgroep verkeer, de enthousiast georganiseerde straatspeeldag,, de positieve inspanningen m.b.t. het transferium, op weg om de overlast van Rijnstate in goed overleg te beteugelen, om maar eens wat te noemen. We hebben echt het mooiste stukje stad (wijk) van Arnhem vol met fijne, energieke, welwillende en behulpzame welopgevoede nette mensen. Ja, we zijn op de goede weg. En we gaan verder. Nog beter ……”

Ach, wie herkent dat opgeruimde energieke zomervakantiegevoel niet, inclusief het bijbehorende voornemen: Dat gevoel ‘vasthouden’, zo lang mogelijk?

Zo slenterde en zweefde ik met vederlichte tred verder totdat ik me gewaar werd van een zacht soppend geluid en een glibberig gevoel onder de linkerzool van mijn nog splinternieuwe sandalen. Gadverjakkes, hondenpoep! Mijn splinternieuwe sandalen!

Alweer! Ik til mijn voet op en bestudeer oppervlakkig en lichtelijk ontstemt de straatzijde van mijn diepe profielzolen. Jep, zachtbruin met vezelachtige structuur, nog drassig. En vers, te oordelen naar de bedwelmde geur. Tsss, midden op het trottoir!

Ik plaats mijn linkervoet weer op de grond en realiseer me plots dat ik met twee voeten hard op de grond plof.

Laatst had een van mijn kinderen (voor de zoveelste keer!) over een grasveld gelopen en niet goed uitgekeken. Resultaat: geurige vlekken op het hoogpolige tapijt en de bank. Ondanks mijn herhaalde, bijna dagelijkse oproepen: ‘Kijk uit waar je loopt’ of ‘Niet op het gras’.

Maar tjsa, is het eigenlijk wel helemaal hun schuld? Of juist helemaal niet?

Soms zie je de poepjes ook in een speeltuintje. Vast mensen van buiten de wijk.

Trek in een analytische psychologische observatie?

Let dan eens op als er iemand voorbij komt met een hond die aangelijnd uitgelaten wordt.

Op het moment dat de hond stopt en de ‘hurkhouding’ aanneemt kijkt baasje altijd precies 180 graden de andere kant op en gaat op enige afstand staan zodat de riem strak staat. Altijd! (Clou: afstand nemen en ik heb het niet gezien! Ik wil het niet zien en heb er dus ook niets mee te maken).

En als de hond niet aangelijnd loopt (foei!):

Baasje ziet uit ooghoek de bekende ‘hukhouding’, kijkt snel en schichtig de andere kant op, reduceert het looptempo naar slenteren om de hond wat tijd te geven en begint vervolgens in zichzelf met getuite lippen onhoorbaar (vooral niet opvallen!) te fluiten. (Clou: ik heb het niet gezien! Ik wil het niet zien en heb er dus ook niets mee te maken).

Zo gaat het altijd en ik verwed er mijn gloednieuwe sandalen onder.

Ach, psychologie is zo eenvoudig, zo transparant. Nee, ik heb u wel door.

U mij ook?

Nu ik toch weer met twee voeten op de grond sta: wilt u ook een Sneer?

Schelmpie